Al geruime tijd wil de Lilse kerkfabriek de kerk laten herschilderen. Omdat dit gebouw beschermd is, moet advies gevraagd worden aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Er waren immers neogotische schilderingen aangebracht in 1922 met figuratieve taferelen op doeken hoog in het koor en in de zijbeuken, en decoratieve patronen verspreid over de volledige kerk.
Het geheel werd in 1955 overschilderd en in het koor werden afbeeldingen aangebracht van de zeven sacramenten en heiligenfiguren. Het geheel werd later wit overschilderd. Ook de polychrome beelden verdwenen onder een witte verflaag.
Het onderzoek naar de verschillende verflagen en de versieringen is gebeurd door Marie-Hélène Ghisdal, geassisteerd door Linda Vandijck. Het maakt deel uit van een project onder leiding van architect Roeland Palmers. In maart 2021 werd begonnen met een eerste onderzoek. Kleine ‘vensters’ werden op verschillende plaatsen in de kerk vrijgemaakt, zodat de verschillende verflagen konden gedocumenteerd worden. Dit resulteerde in twee rapporten: ‘Parochiekerk St.-Monulfus en Gondulfus van Sint-Huibrechts-Lille, Materiaaltechnisch onderzoek van afwerkingslagen. Deel 1: tekst’ en ‘Deel 2: catalogus van de steekproeven en vrijleggingsvensters’.
Vooraleer een beslissing te kunnen nemen werd besloten om nog een bijkomend onderzoek te doen in 2022 met enkele grotere ‘vensters’ om nog een beter zicht te hebben op de decoratieve patronen in de kerk. Dit resulteerde in een derde rapport: ‘Bijkomend onderzoek van afwerkingslagen’. Omdat de meeste mensen deze schilderingen nooit gezien hebben, willen we dit rapport aan jullie voorstellen zonder de technische details. Voor geïnteresseerden in de gebruikte onderzoeksmethoden en de resultaten zullen we het onderzoek van 2022 op onze website plaatsen.
De onderzoeksvensters zijn momenteel nog altijd zichtbaar in de kerk.
INLEIDING
Het huidige onderzoek maakt deel uit van een project, onder leiding van architect Roeland Palmers van architectenburen ARCHipal, om het interieur van de parochiekerk van de kerk St.- Monulfus en Gondulfus van Sint-Huibrechts-Lille opnieuw te schilderen.
Alvorens een beslissing te nemen is het belangrijk om de staat van de muren en hun geschiedenis te kennen. In maart 2021 werd een eerste algemeen onderzoek uitgevoerd om de evolutie van de verschillende afwerkingslagen en decoratie te documenteren, zodat uiteindelijk kan worden overwogen om ze te restaureren, te reconstrueren of op zijn minst te conserveren.
De resultaten van deze studie bevinden zich in een verslag (in twee delen) met een catalogus van de steekproeven en een beschrijving van de opeenvolgende decors die we als volgt kunnen samenvatten:
- een eerste volledige bouwpolychromie in neogotische stijl uit 1922 met figuratieve taferelen en decoratieve motieven. Olieverfschildering
Dit decor in neogotische stijl integreert de hele kerk met zowel figuratieve als decoratieve taferelen. Het is een rijk en gediversifieerd decoratief programma dat vooral geconcentreerd is in het koor (figuratieve taferelen rond het thema van de Apocalyps op gemaroufleerde doeken, damastschildering), de zijkapellen (sjabloonschildering) en het transept (figuratieve taferelen rond de cyclus van het leven van Jezus en damast-schilderingen).
- een meer eenvoudige lichte beschildering in beige zalmkleur uit 1955 met heiligenfiguren in de abscis en figuratie in de zijkapellen. Olieverfschildering
- een effen witte, crèmekleurige beschildering vanaf 1988 die plaatselijk hernomen werd. Synthetische verven. Huidige toestand.
We verwijzen naar het eerste verslag voor de gedetailleerde beschrijvingen van deze decoraties.
Op basis van deze resultaten werd er ons gevraagd om bijkomende vrijleggingen van het oorspronkelijk neogotisch decor, in het bijzonder van de sjabloonschilderingen van het koor en de zijbeuken. Drie vrijleggingen werden uitgevoerd, twee in het koor en 1 in de noordelijke zijbeuk.
BESCHRIJVING VAN DE VRIJLEGGINGEN
Vrijlegging 1: koor, oostwand achter het altaar
Vrijlegging van het eerste decor met damastschildering, op +/- 1,80m hoogte (vergroting van het 1ste venster uit 2021), centraal veld
- Totale oppervlakte: 50 X50cm/ 23X24cm
- Methode: droog met scalpel Swann&Morton n°3, mes 15, met behulp van vergrotingsbril (X2,5)
- Tijd: 46u (tussen 1u-1u30/dm2)
- Resultaat : zeer moeilijke en intensieve vrijlegging, de motieven zijn volledig aanwezig maar komen schraal en versleten tevoorschijn. Vooral het vrijleggen van de achtergrond is moeizaam: de bordeauxrode verflaag werd afgewerkt met een dun, olieachtig glacis dat zeer gevoelig is. De motieven zelf worden gemakkelijker vrijgelegd omdat ze "vetter" geschilderd zijn.
De moeilijkheid van de vrijlegging is ook te wijten aan de 2de overschildering die -zoals het origineel- olieachtig is.
Beschrijving:
Dankzij de waardevolle historische foto’s, kunnen we zien dat deze verfijnde damastschildering bestaat uit vier verschillende soorten sjabloon motieven: een motief voor tussen de ramen, een horizontale fries onder de tekstbanderol in het Latijn, een verticale fries en een motief voor het centrale veld.
Het hier vrijgelegde venster toont de motieven van het centrale veld en het motief van de verticale fries. a) Het centrale veld:
Op een roodbruine achtergrond ligt een netwerk van ruiten met vergulde en ingekerfde randen en afwisselende motieven: een donkerblauw kruis, een cirkel met rozet in goud, een lichtgrijze gestileerde bloem met IHS monogram.
De schildering is olieachtig, op een geelbruine impregnatielaag aangebracht. De verflaag is heel dun; de repetitieve motieven zijn met behulp van een sjabloon aangebracht.
Roodbruine achtergrond |
S5040-Y80R S4050-Y80R |
|
Blauw kruis |
S6020-R90B |
|
Lichtgrijs |
S1502-R |
|
b) De verticale fries
De fries is 30cm breed en onderbreekt op regelmatige afstand het centrale veld (waarschijnlijk een verticale band onder elke console). Hij toont een motief van blauwgroene ranken op een bruinpaarse achtergrond.
Beide tinten zijn in twee lagen aangebracht: voor de achtergrond overdekt een dunne en transparante lichtgrijze laag (soort glacis) een eerste bruinpaarse grondlaag.
Het groenblauwe motief is op een blauwgrijze grondlaag aangebracht. Ook hier werd de sjabloontechniek toegepast.
Bruinpaarse achtergrond |
tussen S6010-Y90R en S5030-Y80R |
|
Blauwgroen motief |
S4010-B10G (grondlaag)
S3030-B70G (afwerkingslaag) |
|
NCS-referentie
Bewaringstoestand:
De fries lijkt beter bewaard te zijn dat het centrale veld en de vrijlegging verloopt iets gemakkelijker. Er blijven kleine lacunes, krassen en kleine residuen over, maar de toestand van de pleister is in het algemeen vrij goed.
Vrijlegging 2: koor, noordwand, horizontale fries onder de cordonlijst:
Vrijlegging van het eerste decor met damastschildering, horizontale fries onder de cordonlijst (tussen het
Latijnse opschrift en het centrale veld
- Totale oppervlakte: 51,5 X 31,5cm
- Methode: droog met scalpel Swann&Morton n°3, mes 15, met behulp van vergrotingsbril (X2,5)
- Tijd: 21u (1u/dm2)
- Resultaat : identiek aan de vorige vrijlegging: zeer moeilijke en intensieve vrijlegging, de motieven zijn volledig aanwezig maar verschijnen schraal en versleten. Vooral het vrijleggen van de achtergrond is moeizaam.
Beschrijving:
De fries bevindt zich net onder het Latijnse opschrift en heeft een hoogte van 30cm. Hij toont gestileerde bloemachtige krullen (voluten) met klimopbladen die in dezelfde kleuren als de verticale fries geschilderd zijn.
Op een bruinpaarse achtergrond met een dun lichtgrijs glacis, zijn blauwgroene motieven in twee lagen aangebracht, met behulp van een sjabloon.
Bruinpaars achtergrond |
tussen S6010-Y90R en S5030-Y80R |
|
Licht grijs glacis |
S1502-R |
|
Blauwgroen motief |
S3030-B70G |
|
NCS-referentie
Bewaringtoestand:
Idem vorige vrijlegging. De pleister hecht goed aan de drager en het decor lijkt in zijn geheel bewaard te zijn. Er zijn slechts kleine lacunes en krassen, plus een algemene slijtage van de verflaag die later geschuurd werd.
Daarboven bevindt zich een tekstbanderol in het latijn (zie oude foto) in gele letters met een zwarte omlijning.
Vrijlegging 3: zijbeuk noord, 1ste travee, onder de cordonlijst
- Totale oppervlakte: 63X53cm
- Methode: droog met scalpel Swann&Morton n°3, mes 15, met behulp van vergrotingsbril (X2,5) en warme lucht (Leister)
- Tijd: 1u/2,5dm2)
- Resultaat : de vrijlegging gebeurt iets gemakkelijker dan in het koor, maar blijft moeizaam
Beschrijving:
In de onderste zone van de zijbeuken werd er, aan de hand van enkele summiere lijnen, een gordijn gesuggereerd. In deze zone zijn reliëfs met de 14 staties van de kruisweg geplaatst, twee per travee. De gordijnen zijn zogenaamd opgehangen aan knopen in het midden tussen twee staties. De knopen zijn versierd met een IHS-monogram. Onder de horizontale moulure loopt er een band met drie soorten motieven: bovenaan een blokfries in licht grijsblauw en rood, daaronder een effen groene band en onderaan, rakend aan het gordijn, een zigzagmotief. De hele fries heeft een breedte van 15cm[1]. Gestileerde doornenkronen en ronde pastilles met het IHS-monogram in een stralende cirkel vindt men op regelmatige afstanden, gestrooid op het gordijn. Het gordijn loopt onderaan door tot aan de stenen plint, zonder boord. De olieverflaag is dun, aangebracht op een roze preparatie.
Bewaringtoestand: de drager en de bepleisteringen zijn volledig in orde, zonder lacunes noch opstuwingen; er zijn alleen oppervlakkige barsten. De verflaag vertoont ook geen probleem: geen afschilfering of verpoedering, alleen kleine lacunes en krassen en een algemene slijtage: ze werd geschuurd voor het aanbrengen van het volgende decor.
Roodbruine achtergrond met donkerbruine schuine streep (plooi) |
tussen S6010-Y90R en S6020-Y90R S6030-Y80R |
|
Lichtgeel (stralen en letters) |
S1515-Y10R |
|
Grijze band met verspringende rode rechthoeken |
S5005-B20G S4550-Y90R |
|
Donkergroen |
S7020-G50Y |
|
Blauwe driehoeken |
S6020-R90B |
|
NCS-referenties
[1] De afmetingen en de NCS referentie van elk motief zijn in het catalogus van de steekproeven gegeven: zie S15a-b-c
Besluit
Om de restauratie van het kerkinterieur voor te bereiden, werd er in 2021 een stratigrafische onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek, in combinatie met oude foto’s, heeft het mogelijk gemaakt om de evolutie van de interieurafwerkingen van de kerk na te gaan. Er werden drie decoratieve fasen aangetoond waarvan de eerste, in neogotische stijl, met zowel figuratieve als decoratieve taferelen, uitgevoerd werd in 1922. Het is een rijk en gediversifieerd decoratief programma dat vooral geconcentreerd is in het koor (figuratieve taferelen rond het thema van de Apocalyps[1] op gemaroufleerde doeken, damastschildering), de zijkapellen (sjabloonschildering), het transept (figuratieve taferelen rond de cyclus van het leven van Jezus en damastschilderingen) en de zijbeuken (textielimitatieschilderingen).
De steekproeven en de vrijleggingsvensters van het eerste onderzoek hebben aangetoond dat het neogotische decor tamelijk goed bewaard is onder een drietal overschilderingen. Helaas is de vrijlegging ervan heel moeizaam en traag (1u voor 1 dm2).
Om de keuze voor de restauratie te helpen bepalen werd ons gevraagd drie bijkomende en grotere vrijleggingsvensters te openen, namelijk
- De sjabloonschildering van het koor, centraal veld en verticale fries
- De sjabloonschildering van het koor, horizontale fries (onder het Latijnse opschrift)
- De textielimitatie van de noordelijke zijbeuk
Op basis van de oude foto’s en de vrijgelegde vensters kan de sjabloonschildering van het koor nu gereconstrueerd worden (mits het opschrift kan gedocumenteerd worden). De uitvoering zal aan een deskundige decoratieschilder met ervaring in de erfgoedsector toevertrouwd worden en voorafgaande testen zullen uitgevoerd worden om de juiste tinten en de aangepaste uitvoeringstechniek te bepalen.
RESTAURATIEVOORSTEL
Het interieur van de kerk heeft voornamelijk drie afwerkingsfasen, de laatste (thans zichtbaar) een geheel wit monochroom interieur. De twee eerste fasen vertonen een meer of minder uitgewerkte decoratie, afhankelijk van de plaats en de periode van uitvoering.
De eerste decoratie is ongetwijfeld de interessantste. Uitgevoerd in neogotische stijl, bestrijkt ze de volledige kerk met bijzondere aandacht voor het koor en het transept. Ze omvat zowel figuratieve taferelen (koor en transept) als decoratieve schilderingen met repetitieve motieven (textielimitatie, damastschildering, sjabloon, enz.) (zijbeuken, transepten, kapellen). Ze is ook tamelijk goed bewaard.
De volgende decoratie concentreert zich op het koor en de zijkapellen en ze is volledig figuratief. Ze is ook zeer goed bewaard.
De keuze voor de ene of de andere fase hangt af van verschillende factoren, waaronder de bewaringstoestand van de schilderingen en de haalbaarheid van hun restauratie of restitutie. In beide gevallen moeten zij eerst van hun overschilderingen worden ontdaan: in hun totaliteit voor de figuratieve schilderijen, gedeeltelijk als het repetitieve motieven betreft die -om budgettaire redenen gereconstrueerd kunnen worden in plaats van gerestaureerd. Dit geldt voor alle sjabloonschilderingen van 1922: de damastschilderingen als lambrisering in het koor en het transept, de sjabloonschildering op de volledige wanden van de zijkapellen en de gordijnschildering als lambrisering in de zijbeuken.
Er zijn verschillende opties mogelijk:
Optie 1: Het originele neogotische decor van 1922 in zijn geheel waarderen
Deze optie houdt in:
- de reconstructie van alle decoratieve schilderingen op basis van tekeningen van de motieven die in het kader van dit onderzoek zijn blootgelegd en geïdentificeerd.
- de vrijlegging en restauratie van de figuratieve schilderingen van de drie gemaroufleerde doeken in het koor en de vier monumentale schilderingen in de transepten.
Dit is de meest "volledige" en interessante optie, maar ook de duurste omdat de bloot te leggen oppervlakken enorm zijn. Het vrijleggen van 1 m² vergt 150 werkuren.
Optie 2: Het neogotische decor waarderen maar het alleen suggereren
De eerste optie kan de ideale oplossing zijn maar is financieel waarschijnlijk niet erg realistisch. Men zou dan kunnen voorstellen om de muren te herschilderen in de basis- en achtergrondkleuren van de verschillende neogotische decors zonder de motieven te reproduceren, met respect voor de verschillen tussen de ruimten (koor, kapel, transept, schip, …), om op deze manier de kleurrijke sfeer van deze fase te suggereren.
De figuratieve schilderingen worden al dan niet vrijgelegd. Indien ze niet vrijgelegd worden, worden deze vlakken herschilderd in één van de basiskleuren van de aangrenzende zones, bijvoorbeeld de achtergrondkleur van de steenimitaties.
Zowel de donkere bruinpaarse tint van de koorabscis als één van de basistinten van de steenimitatie zijn mogelijk
Optie 3: Het interieur van 1955 en zijn figuratieve muurschilderingen terug in de kijker zetten
In deze periode was de decoratie alleen geconcentreerd in het koor en de zijkapellen. De rest van de kerk was monochroom rozig beige geschilderd.
De optie om deze schilderingen weer zichtbaar te maken is veel minder duur dan optie 1 omdat de vrij te leggen oppervlakken veel kleiner zijn en de vrijlegging gemakkelijker en dus sneller gaat, althans voor het koor. In het koor, vraagt de vrijlegging van 1m² 8,5 werkuren; in de zijkapellen 60u.
In de kapellen is de achtergrond van de figuratieve schilderingen versierd met een sjabloonmotief van beige kruisbloemetjes. Indien deze taferelen vrijgelegd worden en men de juiste historische context wil weergeven, zou men de achtergrond met sjablonen moeten reconstrueren.
De effen vlakken worden herschilderd.
Optie 4: Elementen van de twee decoratiefasen tonen aan de hand van plaatselijke vrijleggingen
Als het niet mogelijk is het om ene of het andere decor in zijn geheel te restaureren, kan eventueel worden overwogen om er toch elementen van te tonen in "archeologische vensters". Deze vrijleggingsvensters zouden voldoende groot zijn om de versiering correct weer te geven. Voor het 1ste decor bijvoorbeeld de gordijnschildering van de zijbeuk, de sjabloonschildering in de zijkapel, de damastschildering in het koor, eventueel een figuratief tafereel (volledig of gedeeltelijk) van het transept.
Men zou ook eventueel tegelijkertijd vensters kunnen openen naar het 2de decor, bijvoorbeeld in het koor.
Indien deze optie wordt gekozen, kan men de bestaande vrijleggingen gebruiken die gemaakt werden in het kader van dit onderzoek en ze eventueel verder uitbreiden.
Optie 5: Alles opnieuw schilderen in een monochrome tint
Dit komt ongeveer overeen met het herstellen van de huidige zichtbare toestand: het interieur opfrissen met een lichte verfbeurt. De muurschilderingen en decors zijn nu gedocumenteerd en geregistreerd.
De vrijleggingsvensters en stratigrafische steekproeven worden beschermd alvorens ze te overschilderen.
Welke optie ook wordt gekozen, het is belangrijk dat zij coherent is voor de hele kerk en dat zij wordt uitgelegd aan het publiek, parochianen en bezoekers, door middel van bv panelen of video met film of foto’s. Deze kerk is inderdaad één van die zeldzame kerken die nog de hele dag open zijn.
Marie-Hélène Ghisdal
Juni 2022
[1] Volgens J. Vandervelden. De vrijleggingsvensters lieten ons helaas niet toe om de voorstellingen te identificeren.