Op 20 maart 2004 vierde de wielertoeristenclub 'Allemaal op de fiets' zijn honderdjarig bestaan. De heemkundige kring wenst deze bloeiende vereniging van harte proficiat met deze verjaardag en de volgehouden inzet voor 100 jaar fietsontspanning in Sint-Huibrechts-Lille tussen 1904 en 2004.
Wij konden over de eerste periode van 'Allemaal op de fiets' putten uit het archief van de heemkundige kring en twee artikels van de hand van Jules Klok, namelijk 'De fietssport in Lille' in 'Historiek van het ontspanningsleven in Sint-Huibrechts-Lille' van 1975 en 'Allemaal op de fiets' in het allereerste nummer van 'Het Liller Heem'.
Zoals bij vele verenigingen gaat de bestaansgeschiedenis gepaard met ups and downs: goede jaren wisselen af met magere jaren. Zo ook de wielertoeristenclub: opgericht in 1904 en ontbonden op 31 maart 1923, heropgericht in 1975.
Dus eigenlijk 50 jaar actief en sinds de heroprichting langer actief dan in de 1ste periode. Dat neemt niet weg dat het een mooie vereniging is geweest en nog is, met een paar mooie restanten van de 1ste periode, zoals een prachtige prentkaart, een ingekleurde affiche, een schitterend vaandel, een klaroen, een mooie fiets, een paar houten wielen en enkele documenten (zoals hun standregels of statuten) als herinnering.
De veloclub (invloed van het Frans) 'Allemaal op de fiets' was opgericht in 1904 onder voorzitterschap van Hubert Stals, de jonge ondernemer die in de Kanaalstraat de jeneverstokerij 'De Heidebloem' had opgericht (jenever was voor hem eigenlijk een bijproduct, want hij wilde als landbouwingenieur veevoeder produceren). Op dat ogenblik werd een vaandel aangeschaft, dat nog altijd bewaard is gebleven en nu dus 100 jaar bestaat. Door de verbreding van het kanaal in 1908 verdween de jeneverstokerij, behalve een klein gedeelte dat nu nog bestaat. Hubert Stals vertrok naar Diest.
De vereniging kreeg statuten op 23 april 1907 onder voorzitterschap van Hendrik Jansen, ondervoorzitter was secretaris Hendrik Keunen, die ook het clublokaal uitbaatte, schrijver of secretaris was Piet Klok, de latere burgemeester, schatbewaarder was Hendrik Triki, ritmeester Jean Tielen, hulpritmeester Jos Verlinden, vaandeldrager Andries Verlinden, hulpvaandeldrager Jos Verheyen en er waren 36 leden aangesloten. Van deze periode dateert de mooie prentkaart voor het clublokaal, dit is de plaats waar nu het advocatenkantoor Klok en Pellens gevestigd is.
Wat was het doel van de vereniging? De veloclub 'Allemaal op de fiets' luisterde de kermisfeesten op, de velospelen, bloemen- en lichtstoeten (in een tijd dat er nog geen elektriciteit was fietsen zij vermoedelijk met lampions?), maakte jaarlijks uitstapjes in de omliggende gemeenten, woonde de jaarlijkse vergadering bij van de Noord-Limburgse Wielrijdersbond en hield zelf op 14 juni 1908 de 8ste Algemene Vergadering van de Noord-Limburgse Wielrijdersbond in Sint-Huibrechts-Lille. Van die gelegenheid (het hoogtepunt in deze eerste bestaansperiode) is een prachtige ingekleurde affiche bewaard. Deze Noord-Limburgse Wielrijdersbond was trouwens op 11 oktober 1900 (voor het officiële bestaan van de Lilse veloclub) opgericht in Sint-Huibrechts-Lille, toen enkele wielrijders die mekaar weinig of niet kenden op uitnodiging van het 'Maaseycker Weekblad' een vergadering in Lille belegden.
In 1908 wordt hiernaar verwezen in het verslag van de achtste Algemene Vergadering:
"Dit jaar viel aan St.-Huibrechts-Lille – een der schilderachtigste, ontwikkeldste en bloeiendste dorpen van de Limburg-sche Kempen – de eer te beurt de Algemene Vergadering van den N.L.W.B. te houden. Reeds lang kwam aan Lille – de bakermat onzes Bonds – dit voorrecht toe; doch door onverziene omstandigheden gedwongen, kon er niet eerder gevolg aan gegeven worden."
Even een sfeerbeeld:
"Niettegenstaande het ongunstig en regenachtig weder, dat ons tot 2 uren 's namiddags met zijn hatelijke regenbuien lastig viel, waren meer dan de twee derden der aangegeven clubben opgekomen en stormden, met fanion's en trompettersmuziek voorop, het dorp binnen, de lucht met hunne vroolijke tonen vervullenden. Op enkele ogenblikken was de Kanaalstraat, op eene lengte van eenen halven kilometer, zwart van velocipedisten in vier-dub-bele rangen achter malkaar geschaard, tusschen eene dubbele haag van ontelbare toeschouwers. Voorop werd ons oog aangenaam getroffen door den bijzonder jeugdigen Veloclub 'De toekomst van Lille', samengesteld uit een tiental schoolkinderen van 8 tot 12 jaren, allen op groote mansvelo's gezeten met de nationale kleuren om den hoed, en voorzien van een net vaandel.
't Was een pleizier om te zien, hoe moedig, hoe opgeruimd en bijzonder behendig, deze wakkere kereltjes reeds hun reuzen ijzeren paard wisten te mennen. Zij stelden een treffend zinnebeeld daar van onze machtigen Bond, die in Lille St.-Hubert den 11 October 1900 geboren werd."
In 1914 woonde de veloclub de feesten bij te Kaulille van het inhuldigen van een zerk op het graf van Laurens Jaspers, schoolhoofd te Kaulille, afkomstig van Sint-Huibrechts-Lille en secretaris van de Noord-Limburgse Wielrijdersbond. De oorlog 1914-1918 legde de werking stil en de veloclub heeft geen tweede adem gevonden en besloot in 1923 om tot ontbinding over te gaan. In het begin van 1900 werden nog geen toerritten georganiseerd of zondagsritten van ongeveer 80 km. Het zou ook niet mogelijk geweest zijn met dergelijke zware fietsen op kassei- of zandwegen. Bovendien werd toen nog voor het volgende gewaarschuwd:
"De velocipedist zij gewaarschuwd, dat wanneer paard en wagen nadert, hij van zijn voertuig stappe, zich terzijde van de wegge opstelle, en de stuurkruk met zijn jas bedekke, opdat het paard niet schrikke."
Zo krijg je natuurlijk nooit 100 km gefietst, maar dat was dus ook niet de bedoeling. Het echte paard werd stilaan vervangen door het democratische paard, namelijk de fiets:
"Het gemakkelijkst vervoermiddel van het volk, van den kleinen burger, van den landbouwer, van den werkman."
Langs de structuur van de Wielrijdersbond ijverde men voor lagere taksen voor fietsen (vroeger een zware taks, op dit ogenblik afgeschaft, anders zou Steve dit wel doen), voor betere velobanen (op dit ogenblik zelfs een fietsroutenetwerk), voor vriendschapsbanden tussen de verschillende wielerclubs en voor toerisme avant la lettre ('menigen waren onwetend der schoone en schilderachtige plaatsen van onze geliefde Kempen'). Volgens de statuten van de vereniging was het doel: 'eenen vriendenkring te sluiten onder de inwoners der gemeente: gedurende den zomer vermakelijke uitstapjes te doen in omliggende dorpen, deelnemende aan de daar ingerichte feesten'. Aangesloten leden droegen kentekens. Tijdens de vergaderingen of uitstappen mag niet gevloekt worden, noch woorden gesproken of liederen gezongen die de openbare zeden kunnen kwetsen.
Het afstappen onder de rit wordt beslist op de vergaderingen en dit moet stipt gevolgd worden. Daarvoor waren er de ritmeester en hulpritmeester.
"De ritmeester neemt plaats aan het hoofd der Club bij de uitstappen, hij moet alle inlichtingen nemen voor den dag van den uitstap, aangaande de wegen, richtingen en plaatsen van afstappen, overeenkomstig met den hulpritmeester geeft hij het stopsignaal in geval van hinder gedurende de rit."
"De vaandeldrager neemt plaats gedurende den rit dadelijk achter het trompetterskorps. Bij het afstappen moet hij de nodige maatregelen nemen tot het bewaren van het vaandel."
Er was zelfs een 'zangbestuurder'.
De Zangbestuurder geleidt de repetitiën en uitvoering der zangstukken door de zang- of tooneelafdeling, hij schaft zich de noodige muziekstukken aan even als degene voor het trompetterskorps; bij de uitstappen vergezelt hij de trompetters."
De veloclub "Allemaal op de fiets" heeft ingespeeld op het verspreiden van de fiets als vervoermiddel, heeft geijverd voor betaalbare taksen, voor betere wegen voor de fietsers, voor kameraadschap, voor het opluisteren van feesten in Lille en de omgevende dorpen (met trompetterskorps en zang) en heeft daardoor voor de 1ste wereldoorlog een bijdrage geleverd tot de volkscultuur. Volgens de voorzitter van de Liller Wielrijdersclub Dominique Vandormael werd er na 1923 door de Lillenaars uiteraard nog gefietst, maar niet meer in clubverband. Er werd gefietst naar de familie, naar de toen nog ruim voorhanden zijnde bedevaartsoorden, naar dorpsfeesten in de buurt e.d. In 1934 fietste Alex Bleukx naar Rome en het jaar daarna naar Noorwegen, in die tijd een hele onderneming.
Het competitiewielrennen deed zijn intrede in onze gemeente en niet zonder succes. Sint-Huibrechts-Lille kende enkele verdienstelijke renners. Vóór de veertiger jaren was Harrie Van Vlierden (Kruisstraat) al actief als amateurwielrenner in competitieverband ten tijde van de gerenomeerde Karke Loncke. Later herbegon hij bij de Ambachten (+50jaar) in de jaren '50. Tijdens dit decennium kende Lille een aantal renners, o.a. Jaak Plessers (woonde op de grens met Neerpelt in de Jos Verlindenstraat). Ook Hendrik Keunen (De Nulenstraat) was in die jaren actief, eerst als liefhebber later als Ambacht. Jef Van Vlierden (Peerderbaan) heeft dezelfde categorieën doorlopen. In de zestiger jaren waren René Cardinaels (Zandstraat) slechts enkele keren deelgenomen en Jos Jansen (Dorpsstraat) actief bij de Coöperatieven en daarna bij de Ambachten. Geregeld waren er dan ook wielerwedstrijden op de kasseien van de Dorpsstraat, vooral met Lille kermis. Deze wedstrijden zorgden steeds voor de nodige spanning en sensatie in Lille. Een prestatie die het vermelden zeker waard is, leverden Jan Vandervelden (Peerderbaan) en Gerard Verbeek in 1956. Na hun studententijd trokken de jongelingen gepakt en gezakt op gewone fietsen naar Lourdes.
Begin jaren '70 kende het recreatief fietsen in clubverband een algemene heropbloei in onze contreien. Het Eddy Merckx tijdperk was daar niet vreemd aan. Zo kwam het dat verschillende Lille-naren bij clubs uit de buurtgemeenten aansloten. Michel Verschakelen bij de Zilvermeeuw te Meeuwen; Frans Geunis, Lambert Vandervelden, Harrie Vaesen bij Steeds Vooruit Grote-Heide, Pierre Vos en Christ Spooren bij W.T.C. Achel; Mathieu Vrijsen, Eduard Vandormael, Fons Plessers, Paul Keunen, Lambert Plessers en Dominique Vandormael bij T.W.C. Neerpelt-Centrum.
De drie laatsten werden er in '73, '74, '75 clubkampioen. Pierre Plessers en Miel Vandormael hadden zich in '75 ook een koersfiets aangeschaft zodat er op het Zand en het Riet plannen ontstonden om ook in Lille een wielertoeristenclub op te richten. Op 28 juli 1975 vond op de Bosuil de oprichtingsvergadering plaats van de wielertoeristenclub "Allemaal op de fiets" Sint-Huibrechts-Lille. Aangezien Donny Vandormael (stichtend bestuurslid) toen archivaris van de Liller Heemkundige Kring was, lag de link naar de vroegere Veloclub voor de hand. De clubnaam van de oude Veloclub werd overgenomen. Lambert Plessers werd gekozen als voorzitter. Hij werd bijgestaan door Pierre Plessers (secretaris), Miel Vandormael (schatbewaarder) en als overige bestuursleden: Donny Vandormael, Jan Vangansewinkel, Pierre Vos, Harry Lamers en Jacky Vaesen. In het najaar van '75 werden er nog enkele proefritjes gereden met telkens een 25-tal deelnemers. Het kersverse bestuur werkte gedurende de wintermaanden vlijtig aan het programma van het 1ste fietsseizoen 1976. Op de eerste zondag van april 1976 stonden de 30 leden voor de 1ste rit van de 30 geplande ritten op het Dorpsplein vertrekkensklaar, mooi uitgedost in de Vaheja-kleuren.
Het succes van de club zorgde er al gauw voor dat enkele leden de "wielermicrobe" te pakken kregen en de overstap maakten naar het competitie wielrennen. Zij doorliepen er de verschillende categorieën en niet altijd zonder succes. Denk maar aan: Johan Simons, Erik Lamers, Dominique Vandormael, Mark en Jef Gerits, Gerard Kums, Frans Geunis en Ingrid Vandervelden. Zo waren er sinds lange tijd weer wielerwedstrijden in Lille (1976-1988). We gaan er prat op dat ze bij ons hun eerste opleiding kregen.
Vanaf het begin zaten de Liller wielertoeristen ook tijdens de wintermaanden niet stil. Rust roest was hun motto. Zo waren de 3-daagse op rollen toen zeer populair. De gebroeders Plessers waren specialist in deze discipline, het gevolg van de dagelijkse avondtrainingen in de koestal. Zij waren dan ook meermaals de win-naars, luidruchtig gesteund door een grote aanhang enthousiaste clubleden. Ook werd de fito-meter gedaan in Achel, deelgenomen aan de Sport en Spelavonden van Sparta Lille en het recreatietornooi van T.T.V. Lipalet. Om wat geld in de clubkas te krijgen werden er in opdracht van de gemeente 's winters sloten geveegd. Legendarisch in de beginperiode waren de clubkampioenschappen op kermiszondag met aankomst in de Lindestraat. Dit zorgde voor een enorme volkstoeloop, spannende wedstrijden en verdiende winnaars: o.a. Tony Loos en Lambert Plessers tweemaal. Even spraakmakend was de trofee van de Neerpeltse Sportraad. Een wedstrijd tussen de drie-toenmalige clubs. Deze werden op het scherp van de snede uitgevochten, zodat men genoodzaakt was dit na enkele edities te schrappen om de goede vrede te bewaren. Pas jaren later zou een gezamenlijk initiatief zonder competitie-element kans op slagen hebben.
In 1985 wordt de Neerpeltse Commissie Wielertoerisme opgericht waarvan onze club een van de grondleggers was. De Lilse inbreng is vanaf het begin merkbaar bij de genomen initiatieven, denk maar aan de verbroederingsklassieker, Klavertje 5, de Drie Valleien-tocht en de kerstwandeling. Vanaf 1989 tot 1991 was Frans Geunis gangmaker, sindsdien opgevolgd door Dominique Vandormael, beiden lid van onze club.
Halfweg de tachtiger jaren kende de club een dipje maar het dynamische bestuur nam enkele nieuwe initiatieven zoals het clubfeest met de enige echte "Allemaal op de fiets" quiz, de verschillende dagtrips en verschillende niet-fietsactiviteiten. Vanaf 1989 hebben we een eigen clubblad dat de geschiedenis van de club weergeeft. Tijdens de sponsorperiode van motorhuis Thijs (1988-1991) hadden we ruim 50 leden. De reden lag voor de hand, het gratis verstrekken van de kledij. Het bestuur heeft daaruit de nodige lessen getrokken door van toen af een waarborg te vragen. Vanaf 1992 promoot onze club het fietsen voor jong en oud tijdens de 2-daagse Vaheja-toertochten, door de jaren gegroeid tot een echte voltreffer en een echte must voor de recreatieve fietser. De inzet van sponsor VAHEJA, het bestuur en vooral de leden zorgen voor de nog steeds constante groei. In 1995 na 20 jaar neemt Lambert Plessers afscheid van "Allemaal op de Fiets" (woonwerksituatie) en geeft de voorzittershamer over aan Dominique Vandormael. Omwille van zijn pionierswerk en inzet wordt hij met het erevoorzitterschap bedacht.
Ook het ledenaantal schommelde gedurende al die jaren rond de 30. Dat maakt dat er doorheen de jaren 147 leden bij de club aangesloten waren. Nu bijna 30 jaar na de heroprichting staat het fietsen in een gemoedelijke sfeer nog steeds bovenaan. Centraal staan de zondagsritten, maar het hoogtepunt van het seizoen is toch wel de meerdaagse uitstap. Deze uitstappen brachten ons reeds van Denemarken tot Lourdes (1980-1992-1997) en van Engeland tot Rome (1982). Niet zelden haalden we de plaatselijke dagbladen. Van de meerdaagse uitstappen werden de belevenissen gebundeld in een lijvig reisverslag. Samen met de foto's laat het een uitstekende indruk achter van het fietsen in clubverband. Niet alleen het inspannende maar nog meer het ontspannende is voornaam in het clubleven. Daarom staan er jaarlijks ook een aantal niet fietsactiviteiten op het programma zoals bowling, petanque, minivoetbal, bezoek museum, clubfeest en dergelijke.
Op geregelde tijdstippen treedt W.T.C. "Allemaal op de fiets" naar buiten om een blik te gunnen achter de schermen van de club. Dankzij de nauwgezetheid van de secretaris bezit de club sinds 1975 het meest uitgebreide archief van de lage landen bij de zee. Zo lokte de tentoonstellingen naar aanleiding van het 10-jarig en het 20-jarig bestaan ('85 en '95) heel wat volk.
De geestdrift van de leden geeft het bestuur de juiste impulsen om de club uit te bouwen en steeds weer een nieuw élan te geven. Deze wisselwerking zorgt ervoor dat W.T.C. "Allemaal op de Fiets" Sint-Huibrechts-Lille nog voor jaren goed in het zadel zit. Wij wensen als heemkundige kring de jarige wielerclub nogmaals te feliciteren met hun 100ste verjaardag. Deze vereniging besteedt heel wat aandacht aan het vastleggen van ervaringen in het tijd-schrift met de prachtige naam 'Spieken tussen spaken'. Een mooi archief is het resultaat.
'Allemaal op de fiets': ad multos annos!
Dominique Vandormael en François Joosten